Requiem: Hoofdstuk 4 (1e deel)







4



‘Ik ben het, Yukiko. Komaan. Onegai! Alsjeblieft! Doe open en zet al je wolfsklemmen uit, dat ik mezelf niet per ongeluk opblaas.’ Ik wachtte min of meer geduldig, Gekko nam zoals altijd zijn tijd om alles te checken, maar ja, wie kon je in deze onzekere tijden nog vertrouwen.
De intercom kraakte: ‘Sorry, Yu. Je kent de procedure. Voor hetzelfde geld ben je een gekloonde versie en sta je straks met een laserpistool mijn sublieme en unieke hersenen te roosteren’.
Ik zuchtte even en duwde mijn duim in de uitsparing op het beveiligingspaneel in de deurpost. Tegelijkertijd hield ik mijn oog voor het spionnetje terwijl ik duidelijk mijn naam zei: ‘Yukiko Mitsukai.’ Gekko hield niet van verrassingen. De deur klikte uit het slot en ik glipte gehaast binnen.
De gang was een luchtsluis waar ik een douche kreeg met een vernevelde mist die na  een paar minuten via een rooster weer in het plafond werd weggezogen. Een voorzichtig man zorgde dat hij zo min mogelijk aan radioactieve deeltjes die men op zich meedroeg werd blootgesteld. Ik was nu naar de strenge normen van mijn vriend Gekko, steriel genoeg om hem te ontmoeten. Niettegenstaande hij wel degelijk wist dat ik uiterst voorzichtig was en mij niet in de fall-outzones begaf,  wou hij geen enkel risico nemen. Ergens in zijn toestand kon ik het begrijpen en daarbij, Gekko was nu eenmaal Gekko!
‘Gekko, dit is wel dringend!’ Geduld was niet meer een van mijn betere eigenschappen. Dit was veranderd sedert het overlijden van mijn ouders. Ik wist dat mijn vader mij zou berispen, mocht hij nog leven. Dat was totaal niet ‘Akai’.
Entrez, ma chère,’ verwelkomde hij met een lachwekkend Frans accent en de tussendeur schoof bijna zonder geluid open en weer achter mij dicht toen ik een paar stappen binnen had gezet. Zijn voorkeur voor zinsneden in vreemde talen en zijn gebrekkige uitspraak was soms hilarisch, maar het bracht meestal wel leven in de brouwerij.
Konnichiwa, Gekko-San.’groette ik de ict-goeroe terwijl ik mijn hand met gestrekte wijsvinger even als een informele groet omhoog bracht.
Smetteloos was een eufemisme voor de kamer waar Gerekko Dai, Gekko voor de vrienden en Gekke Gekko voor zij die dit niet waren, zijn meeste tijd in doorbracht. Zelden zou hij de veilige haven van zijn kamer die hij zelf had ontworpen, verlaten. Per uitzondering misschien in noodgevallen en dan nog zou zijn superbrein er iets op vinden om de eventuele noodsituatie  in een mum van tijd op te lossen.
Bij een toevallig brandalarm zou hij geen centimeter bewegen buiten zijn beschutte ruimte. Van uit zijn ultramoderne rolstoel waar hij met artistieke finesse door zijn afgelijnde rijk mee laveerde, toverde hij met zijn handen over een langwerpig horizontaal liggend touchscreen. Hij raakte hier en daar een spot op deze hardware aan en regelde daarmee de zuurstoftoevoer, airco en wandkoeling, de volledige energievoorziening van zijn leefruimte en indien nodig hackte hij ook de veiligheidssystemen van het totale gebouw en al zijn toestellen. De bewoners hadden zonder dat ze het wisten een excentrieke engelbewaarder onder hun midden.
Natuurlijk werd via dit systeem ook zijn dagelijkse bestelling doorgegeven van een pizza ‘quattro formaggi’. Volgens mij kon hij echt niet zonder. Zijn handicap, een misvorming aan het onderlichaam van bij zijn geboorte, een gevolg van stralingsziekte bij zijn moeder, belette hem niet om uiterst mobiel te zijn. Al was het dan wel binnen de vier muren van zijn rijk. Het verklaarde ook zijn smetvrees ten opzichte van eventuele bezoekers.
Ik nestelde me in een van zijn gemakkelijke ligzetels, een combinatie van futon en tatami met het snufje moderne techniek die bij Gekko eigen was. Het meubel zette zich direct naar mijn voorkeurstand, een stukje info in het elektronisch geheugen van de ligzetel dat reageerde op mijn opgeslagen afdrukken, gewicht en bewegingspatroon. Ik zuchtte! Het was iets wat ik de laatste tijd wel meer deed.
‘Weet je…,’ zei Gekko terwijl hij mij door zijn design uilenbrilletje monsterde, ‘ de soep word nooit zo heet gegeten….of zoiets. Nankurunaisa, het komt allemaal weer goed ….je weet wel, trouwens,’ hij voelde zich duidelijk verveeld met de situatie. ‘Goshuushou! Gecondoleerd.’ Daarna keerde hij zijn vehikel honderdtachtig graden met een beweging van zijn rechterhand over een sensor en verdiepte zich terug in de gegevens op zijn touchscreen en de verschillende beeldschermen die aan- en uit floepten.
            Met zijn bontgekleurde hawaïhemd en zijn brilletje dat ‘NERD’ in hoofdletters schreeuwde was hij een ‘speciale’. Ik had een soort haat-liefdeverhouding met deze man. Gekko kon mij soms met zijn nietszeggende of juist overdadig specifieke informatie de muren doen oprijden. Daarentegen had ik nog nooit kunnen beweren dat het mij zuur had opgebroken om naar zijn raad te luisteren. Op andere momenten kon hij me doen lachen met één enkel woord maar het tegenovergestelde was helaas ook waar. Hij was een puzzel die ik nog aan het maken was. Maar die zou moeten wachten tot andere vraagstukken opgelost waren. Ik had nog wat verlof opgenomen, ik had heel wat overuren die ik anders nooit zou opgenomen hebben. Zodanig had ik hopelijk nu ruim de tijd om te doen waarvoor ik naar Gekko was gekomen.
‘Ik wil je iets vragen…?’ begon ik aarzelend.
‘Dat ruikt verdacht. Iets dat neigt naar illegaliteit’, was de bijdehante opmerking van de bezige bij, die als een tovenaar lichtjes her en der aan en uit deed gaan. ‘Oké Yu, ik sta nog voor een honderdtal jaar bij jou in het krijt, dus laat maar komen, waarmee kan ik je vandaag wat blijer maken? Een virtuele uitstap naar Yosemite National Park of een gratis weekendje wellness spa in een trendy vijfsterren hotel of gewoon je wat plezieren met mijn altijd zeer gewaardeerde aangename aanwezigheid! Allemaal ervaringen waarvan je tenen zullen krullen van genot, Gekko kan het je allemaal leveren, …natuurlijk voor een zacht én rechtvaardig prijsje.’
‘Ik wil dat je de site van de veiligheidsdienst hackt!’

De handen van Tovenaar Gekko bleven een paar seconden in de lucht zweven na mijn vraag. Langzaam liet hij die zakken en keerde zich om. Op zijn gezicht was een ernstige blik verschenen. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Chateau Rouge: Deel 12